Misschien ligt het aan de zon die zojuist in volle glorie doorbreekt, de leuke opdracht die ik straks ga bespreken of wellicht dat tintelende lentegevoel, dat zich sinds enige dagen langzaam meester van mij maakt. Wat het ook is, de winter lijkt letterlijk als sneeuw voor de zon te verdwijnen als ze in Ravenstein binnenstapt met haar weelderige, blonde krullen en sprekende ogen. Diepblauwe, zoals ik zelden eerder heb gezien. Ze gaat recht tegenover me zitten en ontdoet zich ietwat onhandig van haar jas. De zon schijnt ruimhartig over haar goudblonde lokken, die oplichten als de schittering in het water van de Trevifontein op een late zomeravond in Rome. Het nummer ‘Heaven must be missing an angel’ van Tavares komt spontaan in mij op.
Als we station Oss aandoen, komen nieuwe reizigers binnen en ook bij hén blijft haar aanwezigheid niet onopgemerkt, hetgeen me allerminst verbaast. Voor mijn gevoel heeft het halve treinstel al een keer naar haar omgekeken.
Ze neemt me met die grote blauwe kijkers ietwat onderzoekend op en ik beantwoord haar nieuwsgierige blik met een glimlach die echter volledig schuil gaat achter mijn mondkapje. De vrouw met wie ze binnen is gekomen reikt haar iets te drinken aan, maar ze duwt het gebodene achteloos weg. Men zegt dat zeventig procent van al onze communicatie non-verbaal is. Ik kan dat, zeker nu, volmondig beamen. Al die tijd wendt ze haar ogen niet van me af. Ik blijf haar ook aankijken en het begint nu toch een beetje ongemakkelijk te worden. Dit wordt een wedstrijd die ik ga verliezen, vrees ik. Tegen zoveel onverdeelde aandacht ben ik niet opgewassen. Mijn redding komt in de vorm van een krakende stem, die via de intercom laat weten dat we station Rosmalen naderen.
Haar ogen maken zich los van de mijne, ze weet zich moeizaam weer in haar jas te wurmen, springt van de stoel en met haar hand in die van haar moeder, verlaat ze parmantig, nog één keer brutaal omkijkend, de coupé. Ik schat haar hooguit vier en nu al weet ze haar omgeving te betoveren. Mijn hemel, dat wordt nog wat...
Perrongelukjes