en loop ik over straat!
Ken de gezichten, elk huis en elke winkel!
Ik moet gaan, ken elke duif hier bij naam.
Duim uit wachtend op een mooie vrouw met een snelle auto.
De zon verblindt alles vliegt voorbij.
En de wereld achter me wordt langzaam klein.
Maar de wereld voor mij is voor mij gemaakt!
Ik weet dat ze wacht en ik haal haar op!
Ik heb de dag aan mijn kant ik heb achterwind!
Een vrouwenkoor aan de kant van de weg die voor mij zingt!
Ik ga achterover zitten en kijk diep blauw,
Doe je ogen dicht en loop gewoon rechtdoor.

En aan het eind van de straat staat een huis bij het meer.
Oranje boombladeren zijn onderweg.
Ik heb 20 kinderen mijn vrouw is mooi.
Iedereen komt langs ik hoef nooit naar buiten.

Gezien in een droom, het huis bij het meer

Ik ben op zoek naar nieuw land
Met onbekende straten, vreemden gezichten en niemand kent mijn naam!
Alles winnen bij het spel met gemarkeerde kaarten.
Alles verliezen, God laat zijn harde linkse haak zien.
Schatten opgraven in de sneeuw en zand.
En vrouwen beroven mijn gedachten!
Maar uiteindelijk word ik achtervolgd door geluk.
En kom terug met beide tassen vol goud.
Ik nodig de oude vogels en familieleden uit.
En iedereen begint te huilen van vreugde.
We grillen, de moeders koken en we drinken drank.
En elke avond een week vieren.

En de maan schijnt helder op mijn huis aan het meer.
Orgelboombladeren zijn onderweg.
Ik heb 20 kinderen mijn vrouw is mooi.
Iedereen komt langs ik hoef nooit naar buiten.

Gezien in een droom, het huis bij het meer

En aan het eind van de straat staat een huis bij het meer.
Orgelboombladeren zijn onderweg.
Ik heb 20 kinderen mijn vrouw is mooi.
Iedereen komt langs ik hoef nooit naar buiten.

Ja, ja, ja, ja.

Hier ben ik geboren, ik lig hier begraven.
Ik heb dove oor, een witte baard en zit in de tuin.
Mijn 100 kleinkinderen die cricket spelen op het gazon.
Als ik er zo over denk, kan ik niet wachten.