Dat het goed komt is een smoes
Moeder roept al voor het eten
Voor de kip met appelmoes
Vader zwerft nog door de straten
Zoekt de zin van het bestaan
Hij wordt ouder en gelaten
Durft het leven niet meer aan
En de kinderen in de bossen
Raken steeds verder van huis
Moeder heeft allang geroepen
En ze moppert tegen het fornuis
Anderen zitten in de keuken
Ze bespreken daar hun leed
Het wordt tijd jezelf los te laten
Het wordt tijd dat je vergeet
Op het water zweven dromen
En die dromen gaan tekeer
Door de huizen groeien al de bomen
Moeder roept allang niet meer
Slaap nog even, mensenkinderen
En verzamel kracht en moed
Na de lente van je leven
Moet je weten wat je doet.
tekst en muziek: Hans-Dieter Hüsch
vertaling George Groot en Jacques Klöters