1 De installateur komt morgen
2 Zij lijdt aan een groningse ziekte
3 Ik sta in duplo
4 Daar sta ik antiseptisch tegenover
5 Hij stond te stimuleren
6 Hebt u een hartvarken gehad?
7 Mijn zuster is getrouwd met een musici
8 Maak je maar geen illustraties
9 Die vrouwen zijn Liesbeth
10 Dat boek staat op hoog neveu
11 Dat is toch logica
12 Dat stuk komt in surprise
13 Het Sint Bernhardfonds
14 Mijn vader kreeg een tak van een beroerte
15 Tijdens onze vakantie dronken wij veel Pinanti-wiin
16 De Fransen ruiken altijd zo naar knokloof
17 Mijn tante heeft haar kamer gestoffeerd met een snoezig Pisaccobehangetje