Krampachtig proberen te voorkomen dat iemand je -feitelijk of vermeend- in de steek laat.
Een patroon van instabiele en intense relaties, waarbij de ander heel erg wordt geidealiseerd of juist gekleineerd.
Identiteitsstoornis: duidelijk en aanhoudend instabiel zelfbeeld of zelfgevoel.
Impulsiviteit op ten minste twee gebieden die je mogelijk kunnen schaden (bijvoorbeeld geld verkwisten, seks, misbruik van middelen, winkeldiefstal, roekeloos rijden, vreetbuien).
Terugkerende suïcidale gedragingen, gestes of dreigingen, of automutilatie (zelfverwonding).
Sterk wisselende stemmingen (bijvoorbeeld periodes van intense dysforie – het tegenovergestelde van euforie, prikkelbaarheid of angst meestal enkele uren durend en slechts zelden langer dan een paar dagen).
Een chronisch gevoel van leegte.
Inadequate, intense woede of moeite om je kwaadheid te beheersen (bijvoorbeeld regelmatig terugkerende driftbuien, aanhoudende woede of herhaaldelijke vechtpartijen).
Voorbijgaande, aan stress gebonden paranoïde ideeën of ernstige dissociatieve verschijnselen (het idee buiten de werkelijkheid te staan).